Wonen in de Prehistorie
In de vroege prehistorie woonden mensen in grotten, holen, hutten, tenten en in andere primitieve onderkomens. De manier van wonen was afhankelijk van de omstandigheden waarin men verkeerde en de beschikbaarheid van bouwmaterialen. Ook de kennis en vaardigheden voor het bouwen van een onderkomen speelden een rol. Zo leefden bijvoorbeeld de nomadische Jager-Verzamelaars en Rendierjagers in hutten en tenten, zochten mensen bescherming in grotten en overhangende rotsen tegen barre weersomstandigheden en / of roofdieren.
Mensen ontdekten reeds snel dat het leven in groepsverband een grotere veiligheid bood. Hierdoor ontstonden de eerste groepen in stamverband, nederzettingen en kleine dorpen.
In diverse landen in Europa zijn op een aantal plaatsen reconstructies van hutten, tenten en huizen te zien om duidelijk te maken hoe de Prehistorische mens leefde in het Paleolithicum, het Mesolithicum, het Neolithicum, de Bronstijd en de IJzertijd. Tenten van de Rendierjagers en hutten van de Jager-Verzamelaars uit het Mesolithicum, huizen van de eerste boeren in het Neolithicum, boerderijen uit de Bronstijd en de IJzertijd. Voorts de door de Paleolithische mens bewoonde grotten, paalwoningen aan de oevers van de meren in het Alpengebied.
In de hieronder genoemde landen zijn een aantal plaatsen aangegeven waar deze reconstructies zijn te zien.