Neogeen
Plioceen
Mioceen
Piacenzien
Zanclien
Messinien
Tortonien
Serravallien
Langhien
Burdigalien
Aquitanien
Neogeen
De indeling van het Neogeen volgens de International Stratigraphic Chart van 2010.

Verder informatie per Systeem / Periode, Serie / Tijdvak en Etage / Tijd .
     Systeem / Periode                  Serie / Tijdvak                               Etage / Tijd  
Neogeen 2,588-23,03 m.j.
De jongste
Periode van het Tertiair, waarvan de naam is samengesteld uit de Griekse woorden neos (= nieuw) en genos (= het gewordene).
Type lokaliteit: het bekken van Wenen, Oostenrijk/Hongarije.

Plioceen 2,588-5,332 m.j.
Het jongste
Tijdvak van de Neogeen Periode, waarvan de naam is samengesteld uit de Griekse woorden pleioon (= meer) en kainos (= nieuw).
Ch. Lyell definieerde aanvankelijk een Older Pliocene en een Newer Pliocene (werd later Pleistocene).
Type lokaliteiten: Older Pliocene: de gebieden rond Parma, Asti en Sienna in Italië; rond Perpignan en Nice in Frankrijk en de 'English Crag' in Engeland. Newer Pliocene: Val di Noto op Sicilië; Ischia en Uddevalla
Oorspronkelijk was het Plioceen een statistisch bepaalde eenheid, bestaande uit alle gesteenten met een voor 35 tot 95% uit recente soorten bestaande fossielinhoud (35-50% voor Older
Pliocene, 90-95% voor Newer Pliocene). Het Plioceen bestaat uit Zanclien en Piacenzien, in Nederland uit Brunssumien en Reuverien.

Piacenzien 2,588-3,6 m.j.
De jongste Tijd van het Plioceen; genoemd naar de plaats Piacenza in Noord-Italie.

In het Frans wordt deze Tijd aangeduid met Plaisancien, wat zeer verwarrend kan zijn omdat vlak bij Piacenza het plaatsje Plaisance ligt, dat echter niets met deze Tijd te maken heeft.
Type lokaliteit: linkerzijde van de Arda-vallei, tussen Lugag
nano en Castellarquato, 33 km ten zuiden van Piacenza.
In Nederland wordt voor deze episode de regionale Tijd
Reuverien gebruikt. Het wordt lithologisch vertegenwoordigd door de Oosterhout Formatie.
In België wordt de regionale Tijd Boven-Scaldisien toegepast.

Zanclien (Zancleen) 3,6-5,332 m.j.
De oudste Tijd
van het Plioceen; genoemd naar Zanclea, ooit een Griekse kolonie op de plaats waar nu Messina ligt (Sicilië).
Type lokaliteit: langs de kust bij Capo Rosello, Agrigentino, Sicilië.
In Nederland wordt de regionale tijd Brunsummien gebruikt voor deze episode.

Mioceen 5,332-23,03 m.j.
Het oudste
Tijdvak van de Neogeen Periode, waarvan de naam is samengesteld uit de Griekse woorden meioon (= minder) en kainos (= nieuw).
Het Mioceen was oorspronkelijk een statistisch bepaalde eenheid. Alle gesteenten waarvan de fossielinhoud voor ongeveer 17% uit recente soorten bestond, werden tot het Mioceen gerekend.
Type lokaliteit: Touraine, Bordeaux in Frankrijk; de Bormidavallei en de Supergaheuvels bij Turijn in Italië; het bekken van Wenen in Oostenrijk/Hongarije.
In de ondergrond van Nederland wordt het Mioceen grotendeels vertegenwoordigd door de Formatie van Breda en het onderste deel van de Kiezeloöliet Formatie, het Grind van Waubach, dat dagzoomt in de grindgroeves ten oosten van Brunssum. Het jongste deel van het Mioceen wordt in Nederland met Sustenen aangeduid.

Messinien 5,332-7,246 m.j.
De jongste Tijd van het Mioceen; genoemd naar de stad Messina op Sicilië.
Type lokaliteit: Sicilië. In 1960 is een neostratotype aangeduid op de heuvels Capodarso en Pasquasia tussen Caltanissetta en Enna, maar dat is ten dele verloren gegaan door een aardverschuiving. Een kenmerkend onderdeel ervan is de 'Tripoli', een mergelige diatomeeënafzetting.
De belangrijkste gebeurtenis in het Messinien was het vrijwel geheel droogvallen van de Middellandse Zee. In deze 4000 meter diepe kuil zijn toen dikke zout- en gipsafzettingen gevormd. Deze gebeurtenis is van grote invloed geweest op het klimaat.

Tortonien 7,246-11,608 m.j.
De vijfde Tijd van
het uit zes Tijden bestaande Tijdvak Mioceen; genoemd naar de plaats Tortona, in de Piemonte, Noord-Italië.
Type lokaliteit: de vallei van de Rio Mazzapiedi en de Rio di Castellania, tussen de dorpjes Sancta Agata Fossili en Castellania, provincie Allessandria, Noord-Italië.

Serravallien 11,608-13,82 m.j.
De vierde Tijd van het uit zes Tijden bestaande Tijdvak Mioceen; genoemd naar het plaatsje Serravalle Scrivia in de Piemonte, Noord-Italië.
Type lokaliteit: de linkeroever van de Scrivia, iets ten zuidoosten van Serravalle.

Langhien 13,82-15,97 m.j.
De derde Tijd van
het uit zes Tijden bestaande Tijdvak Mioceen; genoemd naar de streek Langhe in de Piemonte, Noord-Italië.
Type lokaliteit: de Bormida di Millesimovallei in het Cessole-Bubbiogebied, Piemonte, Noord-Italië.

Burdigalien 15,97-20,43 m.j.
De tweede Tijd
van het uit zes Tijden bestaande tijdvak Mioceen; genoemd naar de Romeinse nederzetting Burdigala, het tegenwoordige Bordeaux.
Type lokaliteit: “Le Coquilat”, iets ten zuiden van Leognan bij Bordeaux. Deze vindplaats is tegenwoordig niet ontsloten en privé-terrein. Een nieuw stratotype (neostratotype) plus parastratotypen worden gezocht in het Rhônedal (bekken van Valréas). Het neostratotype komt dan op de heuvel Saint Restitut en het parastratotype bij Montbrison-Fontbonau.

Aquitanien 20,43-23,03 m.j.
De oudste Tijd van het Tijdvak
Mioceen; genoemd naar de streek Aquitaine in Zuidwest-Frankrijk.
Type lokaliteit: de oevers van twee beekjes, de Saucats en de Brede, zo'n 20 km ten zuiden van Bordeaux. Het oorspronkelijke (holo)stratotype bevindt zich tussen Moulin de Bernachon en Moulin de l'Eglise. Sinds 1975 bestaat er een parastratotype, dat zich bevindt aan de kust ten westen van Marseille, tussen Sausset-les-Pins en Carry-le-Rouet.

Bron: “Geologische tijdschalen”, Auteur: Remy Lopes de Leão Laguna.