Meteorieten

Meteorieten zijn brokstukken die uit de kosmische ruimte op de aarde vallen. Het
zijn deeltjes variërend in grootte die in banen rond de zon bewegen. Soms kruisen
deze deeltjes de baan van de aarde. Van alle meteorieten heeft 75% een
doorsnede kleiner dan 0,1 mm. Slechts enkele brokstukken bereiken het
aardoppervlak; de meeste verdampen bij de intrede in de atmosfeer door
wrijvingswarmte met het bekende lichtverschijnsel van de 'vallende ster'.

De grootste meteoriet ooit gevonden, kwam in voorhistorische tijd neer bij
Grootfontein in Zuidwest-Afrika. Het gewicht bedraagt ca. 50 000 kg en een inhoud
van 9 m³. Als zeer zware meteorieten, met een enorme snelheid van 20 tot 70 km
per seconde en door hun gewicht nauwelijks worden afgeremd, inslaan op het
aardoppervlak ontstaat een enorme explosie met als gevolg daarvan een ronde
krater. De meteoriet wordt verbrijzeld en verdampt vaak volledig. Kleinere
meteorieten echter worden wel door de atmosfeer afgeremd en wel dermate, dat ze
op het aardoppervlak blijven liggen of slechts weinig diep in de bodem
binnendringen.

De bekendste meteoorkrater is de Barringerkrater in Arizona / Verenigde Staten.
Deze heeft een doorsnede van 1200 m en is 175 m diep en is ca. 30.000 jaar
geleden ontstaan. Een meteoriet-lichaam werd nooit gevonden, maar wel meer dan
20 ton verbrijzelde stukken meteoorijzer.
Sinds de ruimtevaart de mogelijkheid heeft gegeven onze planeet vanuit de ruimte
te bekijken zijn er steeds meer structuren ontdekt, waarvan men vermoedt, dat ze
door de inslag van bijvoorbeeld een asteroïde zijn ontstaan. Een ontdekking werd
gedaan door Amerikaanse geofysici, bij het bestuderen van fotomateriaal. Zij
vonden de vormen van een enorme inslagkrater rondom Praag. De krater die op
ruimtefoto’s duidelijk is te herkennen, heeft een diameter van ongeveer 320
kilometer. Hij zou 15 miljoen jaar geleden ontstaan zijn door de inslag van een 80
km groot hemellichaam. Aan de zuidrand van deze krater is geologisch materiaal
gevonden dat e.e.a. lijkt te bevestigen.
Een eveneens tot de verbeelding sprekende krater is die welke is gevonden bij het
schiereiland Yucatan. De Chicxulubkrater is het 180 kilometer brede restant van
een meteorietinslag die ongeveer 65 miljoen jaar geleden heeft plaatsgevonden.
De inslag heeft naar alle waarschijnlijkheid mede geleid tot het einde van het
tijdperk der dinosauriërs. Inmiddels zijn er na diverse onderzoeken, aanwijzingen
dat de daadwerkelijke krater 300 kilometer breed is, en dat de 180 kilometer-ring
enkel een binnenste ring is.

Er zijn honderden kraters over de hele wereld ontdekt die met behulp van resten
van meteorieten zeker als meteorieteninslagen geïdentificeerd werden. Bij andere
kraters werd geen meteoorijzer gevonden. Door de vondst van coesiet en bots
kegels wordt tegenwoordig ook de Nördlinger Ries (een meer dan 20 km breed
bekken) gezien als een meteorietkrater hoewel er geen meteorietresten gevonden
zijn.

Ook in recente tijd vallen nog reusachtige meteorieten op aarde.
Op 30 juli 1908 viel in Midden-Siberië een reusachtige meteoriet die het woud in
een omtrek van 60 km verwoestte. Dat er geen inslagkrater werd gevonden, kan
verklaard worden door de omstandigheid dat de meteoriet al op een hoogte van
ca. 8 kilometer uiteen gespat was. Men schat dat de zo hevige ontploffing
veroorzaakt werd door een stenen meteoriet (er is zelfs sprake van een restant van
een komeet) met een doorsnede van enkele tientallen meters. Op 17 april 1930
sloeg bij Paragoult in Arkansas / Verenigde Staten een meteoriet in die 370 kg
woog. Op 12 februari 1947 kwam bij Vladivostok in Siberië een meteoriet neer die
over een oppervlakte van enkele km² 106 kraters achterliet, waarvan de grootste 28
m breed en 6 m diep is.

Alle meteorieten hebben dezelfde chemische samenstelling als de aarde. De
verdeling der elementen komt echter meer overeen met die van de aardkern dan
van de aardkorst. Men onderscheidt naar samenstelling en structuur drie soorten
meteorieten: ijzermeteorieten, steenmeteorieten en steen-ijzermeteorieten.

IJzermeteorieten: hexaëdrieten, octaëdrieten en ataxieten.
IJzermeteorieten bestaan hoofdzakelijk uit nikkelijzer met een gering gehalte aan
kobalt en koper. Als erts komt deze samenstelling in de aardkorst niet voor.
Hexaëdrieten bestaan geheel uit kamaciet, dit is een nikkelijzer legering met
maximaal 7.5 % Ni. Bij hoger nikkelgehalte (soms meer dan 50%) kristalliseert dit
mengsel volgens octaëders. Octaëdrieten bestaan uit zowel kamaciet als taeniet.
Taeniet is een nikkelijzer legering met 27 tot 65 % Ni. Gepolijst en geëtst ontstaat
een lamellensysteem, bekend onder de naam Widmannstättense figuren. Ataxieten
bestaan zo goed als geheel uit taeniet. Ataxiet betekent letterlijk "zonder
structuur". Deze naam verwijst naar de afwezigheid van de figuren van
Widmannstätten na etsing.

Steenmeteorieten: chondrieten en achondrieten.
Steenmeteorieten lijken meer op aardse gesteenten dan ijzermeteorieten. Ze
hebben met uitzondering van het nikkelijzer een samenstelling als van peridotiet.
Naar de structuur onderscheidt men de wit tot donkergrijze kristallijne korrels
bevattende chondrieten en de meer zeldzame achondrieten, die geen korrels
bevatten. Steenmeteorieten komen meer voor dan ijzermeteorieten. Toch ziet men
ze minder in collecties, omdat ze verweren en te veel lijken op aardse stenen en
dus niet opvallen.

Steen-ijzermeteorieten: pallasieten en mesosiderieten.
Steen-ijzermeteorieten zijn overgangen tussen ijzer- en steenmeteorieten en heten
pallasieten (siderolieten, ijzermeteorieten met meer gesteente) en mesosiderieten
(lithosiderieten, steenmeteorieten met een groter ijzergehalte).
Minder dan 10% van de meteorieten zijn steen-ijzermeteorieten.

Aan de hand van de samenstelling van meteorieten kan soms worden bepaald wat
de herkomst is. Zo zijn er al meer dan twintig gevonden die van de maan afkomstig
zijn. Het betreft dan materiaal dat door een andere meteoriet uit de maan is
losgeslagen. Ook zijn er meteorieten gevonden die van Mars afkomstig zijn.
In de meeste gevallen is de meteoriet echter afkomstig uit de planetoïdengordel
tussen Mars en Jupiter.  Het is mogelijk dat sommige zeldzame, zeer fragiele
soorten koolstof houdende meteorieten van kortperiodieke kometen afkomstig
zijn.

Ouderdomsbepalingen hebben uitgewezen dat meteorieten ontstaan zijn tijdens
de vorming van ons zonnestelsel en wel in een vroege fase. De oudste meteoriet
heeft een ouderdom van 4,56 miljard jaar. Men denkt dat deze ouderdom eveneens
het moment weergeeft waarop de aarde en de andere planeten zich vormden.

Tectieten
Een bijkomend verschijnsel bij de inslag van een meteoriet is de vorming van
tectieten. Tijdens de inslag smelt vaak een deel van het aanwezige gesteente. Dit
gesmolten gesteente stolt en vormt glas en is vaak in en rond de krater terug te
vinden. Indien een meteoriet het aardoppervlak onder een hoek nadert kan het
gebeuren dat een zwerm druppels vloeibaar gesteente, een zogenaamde shower,
in tegengestelde richting weggeschoten wordt. Deze druppels worden in de lucht
gestroomlijnd, stollen en vallen vervolgens ergens op het aardoppervlak neer als
tectieten.