De Homo neanderthalensis

Fossiele beenderen van de Neanderthaler werden voor het eerst in Duitsland gevonden, niet ver van Düsseldorf in een kloof die het Neandertal wordt genoemd. In het jaar 1856 vonden werklieden, ca. 20 meter boven de rivier de Düssel, een grot met daarin een aantal beenderen en een schedel. Enkele van die beenderen werden gebor­gen, de rest ging verloren omdat men niet in deze botten was geïnteresseerd en men boven­dien ook nog niets afwist van de evolutie van de mens.

In de Dordogne werden omstreeks 1860 talloze werktui­gen van de Neanderthaler gevonden. Men ver­moedt dat hier in het verleden een be­volkingscentrum is ge­weest. Maar ook op andere plaatsen in de wereld zijn Ne­an­derth­al­er-fossielen gevonden, o.a. in Rusland, Zimbabwe en het Midden-Oosten.

Tussen de 45.000 en 65.000 jaar gele­den, in een van de koudste perioden van de Würmijstijd, werd de Neanderthaler gedwongen in barre omstandigheden te leven. Dat deed hen besluiten van woon­gebied te veranderden, wat tevens een verandering beteken­de voor hun leef­wijze.

De Neanderthaler was een meester in het jagen, vooral op groot wild zoals be­ren, wolharige neushoorns en mammoeten. Zijn jachtterrein was vaak de noordelijke en koude toendra waar hij vaste vuurplaatsen had om van daaruit  zijn jachten voor te bereiden. Ook maakte hij hier werktuigen waarin hij zeer bedreven was. Zijn wapens be­stonden uit houten speren, knotsen en een type bola, repen huid verzwaard met stenen die hij als slinger gebruikte. Na verloop van tijd gebruikte de Nean­derth­aler een nieuwe methode om vuur­steen te bewerken, de zgn. Leval­lois­techniek. Deze methode was al ca. 100.000 jaar bekend maar de Neandertha­ler verfijnde de tech­niek om nog meer werktuigen uit een brok vuursteen te halen.

De Neanderthaler was het laatste type van de Archaische mens. Deze had een evolutieperiode van 5.000.000 jaar ach­ter zich. Hij vertegen­woordigt het voorlaatste stadium van de ontwikke­ling van de Homo sapiens. Deze verscheen ca. 100.000 jaar geleden op aarde. Toch waren er al andere soorten Homo sapiens ge­weest, al zo'n 150.000 jaar lang. Het is vrijwel zeker dat de Nean­derthaler tegelijk met andere typen mensen op aarde voor­kwam, waaronder de Cro-Mag­non.

Er is uit Europa geen tussenvorm bekend van deze twee typen mens, ondanks dat Europa tot de rijkste vindplaatsen van prehistorische culturen ter wereld be­hoort. Deze tussenvorm is wel gevonden in het Midden Oosten, waar men in het plaatsje Skhoel (Israël) resten heeft gevonden die de overgang naar de moder­ne Homo sapiens bewijzen. Waarschijn­lijk is de Neanderthaler zo'n 35.000 jaar geleden verdwenen om plaats te maken voor de moderne mens zoals wij.