De Homo erectus

De Homo erectus was de eerste echte mens en de directe afstam­meling van de Australopithecus, een wezen dat wordt beschouwd als de schakel tussen de apen en de mensen. De Homo erectus was ongeveer 1,75 m. lang en had een schedelinhoud van 880 tot 1100 cm³.

Zij waren goede jagers. Gejaagd werd op allerlei dieren zoals olifanten, herten en oerossen. Of deze mens heeft kunnen spreken of de spraak ging gebruiken is niet bekend. Ook waren zij  uitstekende werktuigmakers. Zij ge­bruik­ten voor­na­me­lijk vuursteen, maar ook hertshoorn, kwart­siet en lava. Werktui­gen van het Acheuléen-type worden doorgaans in ver­band gebracht met Homo erectus.

Ook kenden ze het vuur. Het eerste, algemeen geaccepteerde ge­bruik van vuur komt voor bij de Homo erectus van Chou­koutien (China).

Zij waren de eerste hominiden die uit Afrika wegtrokken en zich in het koude­re klimaat van het noorden wisten te handha­ven. Zo omstreeks 400.000 jaar geleden verbleef de Homo erec­tus in Zuid-Frankrijk waar zij bij Terra Amata aan de Franse Ri­vièra hutten bouwden. Deze plek is één van de oudst bekende be­woon­de plaat­sen in de menselijke geschiedenis.

Fossiele resten en werktuigen zijn op vele plaatsen gevon­den.
Enige data en vindplaatsen:

Op 21 oktober 1907 vond men bij Mauer in Duitsland de onderkaak van de zoge­naamde Heidelbergmens (ca. 500.000 jaar oud), die als de Euro­pese variant van de Homo erectus wordt beschouwd.

In 1955 werden resten gevonden in een zandgroeve bij Ternifi­ne (Algerije), in 1960 in de Olduvai­kloof (Tanza­nia) en in 1965 in Vértesszóllós (Hongarije).

De oudst bekende fossielen zijn 1,6 miljoen jaar oud en zijn gevonden aan de westkant van het Turkanameer (Kenia). Zij leefden gedurende een pe­riode van ca. 1,4 mil­joen jaar, waar­na zij werden opge­volgd door de Homo sa­piens.