Dat we van het bestaan van deze heuvels op de hoogte zijn is te danken aan de vermaarde
amateur-archeologe Lot Delfin (1914-2010). Tijdens de tochten die ze in de jaren ’60 en ‘70
van de vorige eeuw dagelijks met haar hond door het bos aflegde vielen haar talloze
merkwaardige rondingen in het terrein op. Ze was ervan overtuigd dat dit prehistorische
grafheuvels moesten zijn, een idee waarin ze bevestigd werd toen ze de toenmalige
provinciaal archeoloog, Pim van Tent, inschakelde. Met amateurarcheologen van de
Archeologische Werkgemeenschap Nederland groef hij in 1971 een paar kleine sleufjes in
de meeste van de door mevrouw Delfin ontdekte heuvels.
In alle gevallen bleek dat ze het bij het rechte eind had: vondsten en sporen bewezen dat dit
grafheuvels waren uit de prehistorie, daterend uit de bronstijd en ijzertijd. Sommige bleken
uit de bronstijd te dateren en waren maar liefst 4000 jaar oud. Als eerbetoon aan hun
ontdekker zijn de meeste heuvels naar haar vernoemd. Eén van de heuvels die het
Ancestral mounds-team later opgroef, droeg bijvoorbeeld de code “Delfin 190”. Dit verwijst
naar de 190e (!) vondstmelding van mevrouw Delfin in dit gebied.