Pennsylvanien
|
Mississippien
|
Boven
|
Midden
|
Onder
|
Boven
|
Midden
|
Onder
|
Gzhelien
|
Kasomovien
|
Moscovien
|
Bashkirien
|
Serpukhovien
|
Viséen
|
Tournaisien
|
De indeling van het Carboon volgens de International Stratigraphic Chart van 2010.
Verder informatie per Systeem / Periode, Subperiode, Serie / Tijdvak en Etage / Tijd.
De indeling van het Carboon voor NW-Europa is ook aangegeven.
Carboon
Systeem / Periode Subperiode Serie / Tijdvak Etage / Tijd
Carboon 299,0-359,2 m.j.
De op één na jongste Periode van het Paleozoïcum. De naam Carboon is waarschijnlijk via het Duits in het Nederlands terechtgekomen. Het is afgeleid van het Engelse carboniferous, wat 'steenkoolhoudend' betekent. Dit was het meest karakteristieke kenmerk van een groep gesteenten die Carboniferous Order werd genoemd en oorspronkelijk bestond uit Old Red Sandstone, Carboniferous- or Mountain Limestone (kalksteen), Millstone Grit (zandsteen) en Coal Measures (steenkoollagen).
Type lokaliteit: de steenkoolgebieden in Engeland.
Het Carboon wordt onderverdeeld met behulp van goniatieten, een type ammoniet dat wat primitiever is dan die welke in het Mesozoïcum voorkomt. Andere belangrijke fossielgroepen zijn trilobieten, brachiopoden, ostracoden, conodonten en (groot)foraminiferen. Steenkoollagen worden ook gecorreleerd met behulp van fossiele stuifmeelkorrels en sporen. Tijdens het Carboon waren sporenplanten dominant, maar vond er reeds een sterke ontwikkeling van de naaktzadigen plaats. Een typisch Carboon fossiel is de meganeura, een insekt met een spanwijdte van 70 cm.
In vele kolenbekkens vertoont de opeenvolging der lagen een ritmisch karakter. Een dergelijke cyclus wordt dan 'cyclotheem' genoemd.
In de eerste helft van de vorige eeuw vervulde Heerlen een centrale rol bij de indeling van het Carboon. Hier werden de eerste Carboon Congressen gehouden. Vanwege de steenkoolwinning in Zuid-Limburg is er in Nederland ook een gedetailleerde regionale indeling gemaakt. Behalve in Zuid-Limburg komt steenkool ook voor onder Amersfoort en onder de Achterhoek. In het uiterste zuiden van Limburg komt het Carboon nog net in Nederland aan de oppervlakte.
Pennsylvanien 299,0-318,1 m.j.
De jongste Subperiode van het Carboon; genoemd naar de Amerikaanse staat Pennsylvania, die op zijn beurt weer is genoemd naar de stichter ervan, de Quaker William Penn, en naar sylvania (= bosland).
Type lokaliteit: de Boven-Carboon steenkoolafzettingen in Pennsylvania.
Gželien 299,0-303,4 m.j.
Het jongste Tijdvak van het Carboon; genoemd naar de rivier de Gžel bij Moskou.
Type lokaliteit: het bekken van Moskou. Het stratotype bestaat uit dolomieten, gedolomitiseerde kalken en hier en daar ijzerhoudende zandsteenlagen.
Kasimovien 303,4-307,2 m. j.
Het op één na jongste Tijdvak van het Carboon; genoemd naar de stad Kasimov, 300 km ten oosten van Moskou.
Moscovien 307,2-311,7 m.j.
Het op twee na jongste Tijdvak van het Carboon; genoemd naar Moskou.
Type lokaliteit: het bekken van Moskou.
Baškirien 311,7-318,1 m.j.
Het oudste Tijdvak van de Pennsylvanien Subperiode; genoemd naar de Russische streek Baškir.
Type lokaliteit: langs de oevers van de rivieren de Lakly en de Zilim. Het stratotype bestaat uit grijze kalk en leisteen.
Mississippien 318,1-359,2 m.j.
De oudste Subperiode van het Carboon; genoemd naar de rivier de Mississippi in de Verenigde Staten. In de taal van de Chippewa (Ojibwa) Indianen betekent Missi Sipi 'Grote rivier'.
Type lokaliteit: de bovenloop van de Mississippi, de fossielrijke kalkgesteenten aldaar, gelegen onder de belangrijkste steenkoolvoorkomens.
Het Mississippien (evenals het Pennsylvanien) werd in 1906 door Chamberlain en Salisbury tot Systeem/Periode benoemd in een zeer invloedrijk handboek over geologie. De Geologische Dienst van de VS erkende beide pas als Systeem in 1953. Buiten Noord-Amerika zijn ze nooit als zodanig aanvaard. Sinds het begin van de jaren '80 worden ze ook in Amerika als Subperiode/-systeem beschouwd.
Serpuchovien 318,1-328,3 m. j.
Het jongste Tijdvak van de Mississippien Subperiode (= Vroeg-Carboon); genoemd naar Serpuchov, een stad die 90 km ten zuiden van Moskou ligt.
Type lokaliteit: de omgeving van Serpuchov.
Het Serpuchov komt overeen met het NamurienA, onder welke naam het in Nederland bekend is.
Viséen 328,3-345,3 m. j.
Het op een na oudste Tijdvak van het Carboon; genoemd naar de Belgische plaats Visé.
Type lokaliteit: de omgeving van Visé.
In België is het Viséen vertegenwoordigd door grijze en grijsblauwe kalkafzettingen (kolenkalk).
Tournaisien 345,3-359,2 m.j.
Het oudste Tijdvak van het Carboon; genoemd naar de Belgische plaats Tournai (Doornik).
Type lokaliteit: de omgeving van Tournai.
Er is een provisorisch grensstratotype aangewezen langs de Ierse kust bij Courcey in de Castle Slate Member van de Kinsdale Formatie. Meer in de buurt van de Type lokaliteit wordt wel de top van de Etroeugt-kalksteen in Noord-Frankrijk als basis van het Carboon genomen.
In Nederland wordt in de ondergrond op enkele plaatsen Tournaisien aangetroffen in de Culm-faciës. Dit zijn Vroeg-Carbonische continentale zandafzettingen.
Het Carboon in Noordwest-Europa.
In Noordwest-Europa wordt het Carboon onderverdeeld in 2 subsystemen: het Silesien en het Dinantien. Het Silezien wordt onderverdeeld in 3 Etages: het Stephanien, het Westfalien en het Namurien. Het Dinantien in 2 Etages: het Viséen en het Tournaisien.
Silesien 299,0-328,3 m.j.
Het jongste Supertijdvak van het Carboon; genoemd naar Silesië, de bergstreek tussen Polen en Tsjecho-Slowakije.
Stephanien 299,0-303,4 m.j.
Het jongste Tijdvak van het Carboon; genoemd naar St. Etienne (= St. Stephanus) in Frankrijk.
Type lokaliteit: het steenkoolbekken bij St. Etienne tussen het Massief van Pilat en de Monts du Lyonnais.
In Nederland komt in de ondergrond een klein beetje Stephaan voor in de vorm van zandstenen en schalies (Oost-Nederland en Noordzee).
Westfalien 303,4-? m.j.
Het vierde Tijdvak van de vijf waarin het Europese Carboon wordt verdeeld; genoemd naar het Duitse Westfalen.
Type lokaliteit: de steenkoolgebieden van Westfalen.
In Nederland is het Westfalien het eens zo productieve deel van het Carboon.
Namurien ?-328,3 m.j.
Het middelste Tijdvak van de vijf die in het Carboon van Europa worden onderscheiden; genoemd naar de stad Namur (Namen), België.
Type lokaliteit: de omgeving van Namen, langs de Sambre en de Maas.
Het Namur dagzoomt bij Epen in de Heimans-groeve, een door braamstruiken overwoekerd geologisch monument, en in de Cotessen-groeve. Dit zijn de oudste in Nederland ontsloten gesteenten.
Dinantien 328,3-359,2 m.j.
Het oudste Tijdvak van de Carboon Periode; genoemd naar de stad Dinant, België.
Type lokaliteit: de vallei van de Maas in de omgeving van Dinant.
Viséen (zie bij Mississippien).
Tournaisien (zie bij Mississippien).