Metamorfe gesteenten

Gesteente dat aan druk en hoge temperaturen blootstaat, kan van structuur veranderen, een proces dat metamorfose heet. We onderscheiden twee typen metamorf gesteente:

Bij de botsingszone van continenten kunnen gesteenten in een groot gebied worden gemetamorfoseerd. Dit heet regionale metamorfose.

Contactmetamorfose vindt plaats als opstijgend stollingsgesteente het omliggende gesteente zodanig verhit dat het rekristalliseert.

Het effect van metamorfose loopt uiteen van eenvoudige samen persing tot totale omzetting van het gesteente.

Marmer is een van de bekendste metamorfe gesteenten. Marmer ontstaat als kalksteen rekristalliseert, waarbij onzuiverheden uit de kristallen worden gedreven. Het resultaat bestaat uit grote, zuivere korrels met daaromheen donkerder tinten van de onzuiverheden, die het marmer zijn fraaie tekening geven. Tijdens de metamorfose gaat de vroegere structuur van het kalksteen, inclusief fossielen, dikwijls verloren.

Bij botsingszones worden, door samen persing en het gewicht van bovenliggende lagen, hogedrukmineralen gevormd, terwijl bij verhitting mineralen ontstaan die bij hoge temperaturen stabiel zijn. Tijdens het subductie-proces staat de zinkende plaat eerst bloot aan hoge druk en daarna aan hoge temperatuur, waardoor een herkenbare gradatie van hogedruk mineralen tot hoge temperatuur mineralen ontstaat.

Metamorf gesteente delen we in in 7 groepen:

     1. Gneis

        - Granuliet
        - Sericietgneis
        - Muscovietgneis
        - Biotietgneis
        - Augietgneis
        - Hoornblendegneis
        - Granietgneis
        - Diorietgneis
        - Syenietgneis
        - Conglomeraatgneis
        - Vlekkengneis
        - Ogengneis
        - Sillimanietgneis


     2. Leien

        - Lei
        - Vleklei


     3. Schist

        - Chlorietschist
        - Amfiboolschist
        - Talkschist
        - Sericietschist
        - Glimmerschist
        - Kalkglimmerschist


     4. Fylliet

        - Kwartsfylliet
        - Kalkfylliet


     5. Kwartsiet


     6. Marmer

        - Dolomietmarmer
        - Kalksteenmarmer


     7. Massieve gesteenten zonder lineatie

        - Eklogiet
        - Serpentijngesteente
        - Amfiboliet