Museum Oer van broers Böhmer
gevestigd in oude bakkerij

Door Inge Volker

ULFT - In de Schoolstraat in Ulft, in de voormalige bakkerij van Boland, is de stenenwinkel van Jan Böhmer gevestigd. Hier verkoopt hij fossielen, mineralen en sierraden van halfedelstenen. Achter de winkel en op de bovenverdiepingen van het huis ligt een prachtige collectie fossielen, mineralen en prehistorische gebruiksvoorwerpen.  Dit is museum Oer.

„Ik ben zo rond mijn twintigste jaar met het verzamelen van stenen begonnen", vertelt Jan Böhmer. „Ik doe dat nu dus ruim veertig jaar, samen met mijn broer Jaap.
Jaap heeft daar echt een gave voor. Hij weet alle lagen te vinden en ziet meteen of er iets in zit.” In het huis van de broers Böhmer liggen na al die jaren prachtige fossielen en mineralen tentoongesteld. Een pronkstuk is de fossiele landschildpad die zo'n 150 miljoen jaar oud moet zijn en ook een fossiele vis van ongeveer 180 miljoen jaar oud mag er wezen. Jan Böhmer is ook heel trots op een amethist van 100 kilo en op een paar zeer mooie bergkristallen. Verder omvat de collectie talloze ammonieten, koralen, sponzen, inktvissen, versteend hout, haaientanden, planten, slakken en meerdere diersoorten. De meeste fossielen zijn prachtig om te zien.

„Het is eigenlijk bij toeval begonnen. Ik heb een keer meegedaan aan een wedstrijd in Veenendaal en daar vond ik mooie mineralen. Daardoor werd ik enthousiast. Ik ging vaker zoeken, samen met mijn broer en we vonden steeds mooiere dingen.
Hier in de buurt waren dat vooral zwerfsteen fossielen, die we hebben gevonden bij grindafgravingen. Het is toch bijzonder dat je in de Achterhoek fossiele koralen uit de grond haalt."
De beide broers hebben veel gezocht in Duitsland en later ook in Oostenrijk. Vaak samen met hun moeder, die even enthousiast was als zij. „Tegenwoordig kopen we veel. Het wordt steeds moeilijker om te zoeken, omdat de veiligheidsmaatregelen bij afgravingen steeds strenger worden. We mogen lang niet overal meer komen. Ook de manier van afgraven is veranderd, waardoor er minder materiaal blijft liggen.
Dat is erg jammer, zeker als je weet wat er allemaal in zit”, aldus Jan, “We gaan nu eigenlijk alleen nog naar de Eifel en Midden-Duitsland om naar ammonieten te zoeken.

Naast de fossielen- en mineralen collectie is er in het museum nog meer te zien. Er is een kleine collectie zogenaamde 'klokbekers' uit de prehistorie en er zijn Australische en Noord Amerikaanse gebruiksvoorwerpen uit het stenen tijdperk, waaronder bijlen, messen en naalden. Alles ligt overzichtelijk tentoongesteld in glazen vitrines in de verschillende ruimtes, tot in de nok van het huis toe. „Maar dat is nog lang niet alles", vertelt Jan. „Kijk, hier in deze laden liggen nog veel meer fossielen. Ik denk dat we bij elkaar ongeveer 20.000 objecten hebben."
Hiermee geeft hij meteen het probleem aan waarmee de beide broers te kampen hebben. Het huis waarin het museum nu is ondergebracht is eigenlijk niet geschikt voor het tonen van hun collectie. Het museum Oer verdient beter. „We zijn met de gemeente aan het overleggen over goede museumruimte. Het lijkt erop dat het gaat lukken. Op het terrein van de voormalige DRU kunnen we misschien iets krijgen. Ik ben al wezen kijken en heb ook al een mooie ruimte op het oog."
Hoe het museum er in de toekomst precies gaat uitzien weet Jan Böhmer nog niet. Veel is nog onzeker, onder andere de financiële kant van de zaak. Maar zeker is wel dat deze collectie een goede plaats verdient.

Er is jarenlang met veel zorg aan gewerkt en het resultaat is een goed gedocumenteerde, professionele collectie, die zeer de moeite waard is. Het museum
Oer is te bezoeken na telefonische afspraak.

Artikel uit 2003 (Bron onbekend)